Hoofdstuk 2, opgave 2.8

Het risico van de positie van de natuur- en milieubeschermingsorganisaties is dat de daadkracht van de overheid onvoldoende zal zijn om naast handhaving van het boorverbod ook de kokkelvisserij te beëindigen. Dat zal resulteren in voortgaande aantasting van de waddennatuur, terwijl ook nieuwe bedreigingen bij gebrek aan extra financiële middelen onvoldoende het hoofd kunnen worden geboden.

Het risico van de positie van de Adviesgroep Waddenzeebeleid is dat er, alle voorwaarden en geringe waarschijnlijkheden ten spijt, toch schade aan de waddennatuur zou kunnen ontstaan door gaswinning. Bovendien is er het risico van het hellend vlak door het opgeven van een principieel 'nee' tegen mogelijk schadelijke menselijke activiteiten in het waddengebied.