Bescherming van persoonsgegevens in een strafrechtelijke context

Bescherming van persoonsgegevens in een strafrechtelijke context

  • Rechtswetenschappen
  • RM2803
  • 7,5 EC
  • Vanaf € 576
Deze cursus heeft een vast startmoment. Kijk in het Jaarrooster wanneer de cursus van start gaat en wanneer de begeleiding is ingeroosterd.

Inhoud

De komst van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) heeft het recht van eenieder om in elk geval te weten welke gegevens van hem of haar bekend zijn bij allerlei instanties duidelijk op de kaart gezet. Tevens zijn die instanties zich meer dan ooit bewust van het feit dat zij bij het verwerken en delen van persoonsgegevens een grote mate van terughoudendheid en zorgvuldigheid aan de dag moeten leggen. Binnen de strafrechtelijke handhaving is eveneens sprake van het op grote schaal verwerken en delen van persoonsgegevens. Hierop is echter niet de AVG van toepassing, maar een andere richtlijn van de EU: de Richtlijn gegevensbescherming door politie en justitie (Richtlijn 2016/680). Die richtlijn is per 1 januari 2019 verwerkt in de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

Het aparte regiem voor gegevensbescherming in het kader van de strafvordering is logisch verklaarbaar vanuit het belang van het voorkomen en opsporen van strafbare feiten en het berechten en bestraffen van degenen die zich daaraan schuldig maken. Dat betekent echter niet dat dit doel het verwerken en delen van persoonsgegevens in de strafrechtelijke context ongelimiteerd mogelijk maakt.

In deze cursus zullen wij stilstaan bij de begrenzing van de mogelijkheid tot verwerking en deling van persoonsgegevens. Bovendien roept het gebruik van nieuwe technologieën en bevoegdheden (bijvoorbeeld het gebruik van algoritmen en het doorzoeken van social media door de politie) de vraag op in hoeverre dat in overeenstemming is met het recht op privacy en meer specifiek het recht op gegevensbescherming.

Achtereenvolgens komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod:
- strafvordering en privacy;
- wetssystematiek – de Wet politiegegevens;
- wetssystematiek - de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
- het gebruik van persoonsgegevens in de opsporing;
- het gebruik van persoonsgegevens na opsporing en berechting.

Leerdoelen
Na afronding van de cursus heb je de volgende leerdoelen bereikt.
Je:
- hebt weet van het belang van privacybescherming en meer specifiek de bescherming van persoonsgegevens in relatie tot andere belangen in het kader van de strafvordering en kunt daarin ook een beredeneerd standpunt innemen;
- kent het systeem van gegevensbescherming op basis van de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en kunt dat systeem ook toepassen op een relevante casus;
- weet in welke gevallen en onder welke voorwaarden persoonsgegevens in het kader van de opsporing, berechting en bestraffing mogen worden ontvangen en mogen worden gedeeld met andere (niet-justitiële) instanties en kunt die wetenschap ook toepassen op een relevante casus;
- bent in staat om op basis van de kennis over de bescherming van persoonsgegevens en de mogelijkheden tot het delen van die gegevens door verschillende instanties een beredeneerd oordeel te vellen over het gebruik van persoonsgegevens in een strafrechtelijke context met behulp van nieuwe technologieën, zoals het gebruik van kentekenregistraties, het gebruik van algoritmen en het al dan niet geautomatiseerd doorzoeken van social media;
- bent in staat om dat oordeel schriftelijk te verwoorden.

Aanmelden

Aanmelden is alleen mogelijk voor studenten die formeel zijn toegelaten tot de masteropleiding.

Toelichting aanmelden

Deze cursus start 10 februari 2025. We adviseren om uiterlijk zondag 26 januari 2025 hiervoor aan te melden zodat je tijdig het eventuele cursusmateriaal ontvangt, toegang hebt tot de leeromgeving en (indien van toepassing) ingedeeld kunt worden in een studiegroep. Bij aanmelding na 26 januari 2025 kunnen we dit niet garanderen. Aanmelden is mogelijk tot en met 9 februari 2025.

De cursus wordt eenmaal per academisch jaar aangeboden.

Deze cursus maakt deel uit van het gebonden keuzedeel van de afstudeerrichting Strafrecht, maar kan ook als keuzecursus gevolgd worden.

Voorkennis

Deze cursus veronderstelt voorkennis op bachelorniveau van materieel en formeel privaatrecht, materieel en formeel strafrecht, bestuursrecht, constitutioneel recht en Europees recht.

Begeleidingsvorm

Deze cursus heeft een vast startmoment. Kijk in het Jaarrooster wanneer de cursus van start gaat en wanneer de begeleiding is ingeroosterd.

Bij deze cursus worden een fysiek introductiecollege en drie virtuele klassen georganiseerd. Daarnaast is er standaardbegeleiding. Dit betekent dat u via de cursussite en via e-mail inhoudelijke vragen kunt stellen aan de docenten.

Tentamenvorm

Opdracht.

Tentamentoelichting

De toetsing vindt plaats door middel van een paper waarin je een beredeneerd standpunt zult moeten innemen over de al dan niet toelaatbaarheid van het gebruik van (persoons)gegevens:
- in een gegeven strafrechtelijke casus; of
- met betrekking tot de inzet van een bepaalde onderzoeksmethode in de opsporing; of
- met betrekking tot het delen van bepaalde gegevens door of met de strafrechtelijke autoriteiten.

Tentamendata

Volgens afspraak.

Cursusmateriaal

Het cursusmateriaal voor deze cursus bestaat uit de volgende onderdelen:
- een specifiek voor deze cursus samengestelde reader;
- jurisprudentie;
- online werkmateriaal bestaande uit teksten op de cursussite en korte videocolleges.

Digitale leeromgeving

Als student (na inschrijving) heb je via de cursussite in de digitale leeromgeving toegang tot de discussieruimte. Hier kun je met je docent(en) en medestudenten informatie uitwisselen en discussiëren over de leerstof.