null Op zoek naar leesonderwijs voor de digitale tijd

OW_Leesonderwijs_DigitaleTijd_22806_head_large.jpg

Op zoek naar leesonderwijs voor de digitale tijd

Nederlandse leerlingen (in de leeftijd van 4 tot 18 jaar) begrijpen steeds minder goed wat ze lezen. Dat breekt hen op in hun schoolcarrière en als volwassen burger. Daarbij groeit de groep jongeren met leesachterstanden. Een consortium waar de Open Universiteit deel van uit maakt gaat onderzoeken hoe het (digitale) leesonderwijs dit op kan lossen.

Leren lezen in een digitaal tijdperk

De digitale media vormen een uitdaging voor het leesonderwijs. Uit onderzoek weten we dat online lezen leidt tot ander, minder diep, tekstbegrip dan lezen van papier. Bovendien heeft het consequenties voor het concentratievermogen van jongeren. En ouders en leerkrachten hebben nauwelijks nog zicht op, of controle over, wát jongeren lezen. Als jongeren minder in staat zijn om geschreven teksten echt te verwerken en tegelijkertijd geconfronteerd worden met alles wat er op internet te vinden is, zijn ze kwetsbaar. Ze zullen ook minder in staat zijn om in de communicatiemaatschappij informatie te vinden, te evalueren, te creëren en over te dragen. Met andere woorden hun digital literacy komt in het geding.

Onderwijstechnologie en begrijpend lezen

Het project zal naast een verklarend model een aantal interventies ontwerpen, ontwikkelen en in de schoolpraktijk uitproberen. Met die interventies wordt nagegaan of met de inzet van innovatieve onderwijstechnologie het leesonderwijs meer motiverend en begrijpend kan worden gegeven. Een voorbeeld: Het blijkt belangrijk dat leerlingen het doel of nut van lezen ervaren (purpose of meaning) en het niet als een op zich staande vaardigheid blijven zien. Je kunt dan bijvoorbeeld bij een serious game bepaalde teksten (bijvoorbeeld hints of aanwijzingen) toevoegen die tijdens het spelen goed moeten gelezen én begrepen worden om verder te komen in de game. De verwachting is dat het doel of nut van het lezen dan duidelijker wordt, wat motiverend werkt.

Leesonderwijs voor de digitale tijd

Het project 'Becoming literate in a digital age' gaat op zoek naar (digitaal) leesonderwijs dat leesbegrip en leesgedrag versterkt, rekening houdend met de kenmerkende uitdagingen én kansen van online lezen. De onderzoekers willen inzicht krijgen in het verwerken van geschreven teksten in een digitale tijd en onderwijsmethoden en -materialen die dat verwerken kunnen ondersteunen. De inzichten moeten leiden tot een conceptueel model dat wordt uitgetest in uiteenlopende onderwijsvormen en schoolniveaus. Het doel is uit te vinden welke didactische hulpmiddelen individuele jongeren - en dan vooral de jongeren met een dreigende leesachterstand - helpen om zich te ontwikkelen als lezer en vaardig te worden in het verwerken van geschreven informatie in een digitale wereld.

Aanpassing van het leesonderwijs

De ondertitel van het project is 'Adapting reading education in the Netherlands'. Het doel van het project is niet alleen om inzichten te verkrijgen en uittesten, maar ook om materialen te ontwikkelen en de resultaten te implementeren in scholen, methoden, lerarenopleidingen en beleid. Nederland vormt daarbij de testcase. Nederlandse jongeren presteren namelijk minder dan hun Europese leeftijdgenoten en door de jaren heen zie je hun prestaties ook voortdurend dalen. Het projectteam wil het leesonderwijs zo inrichten dat jongeren het leesbegrip en leesgedrag ontwikkelen dat nodig is voor een burger in de steeds meer digitale en grotere wereld.

Consortium

De Nationale Wetenschapsagenda financiert consortia om te werken aan wetenschappelijke en maatschappelijke doorbraken om vragen uit de samenleving op te lossen. Het consortium 'Becoming literate in a digital age: Adapting reading education in the Netherlands', wordt getrokken door de Universiteit Utrecht. Hans Hummel, themaleider serious games bij de Open Universiteit, (en via hem de TELI-groep binnen Onderwijswetenschappen) is als een van de onderwijstechnologie-experts gevraagd om als co-applicant en uitvoerder bij dit project op te treden, naast een groot aantal gerenommeerde leesexperts. Binnen het project zullen een achttal promovendi worden begeleid bij studies naar het verklarend model en verschillende interventies. Het consortium bestaat uit zes universiteiten, waaronder de Open Universiteit, en een groot aantal hogescholen, lerarenopleidingen en andere organisaties, stichtingen en instellingen die zich bezighouden met (lees)onderwijs.

Het project heeft de Nederlandse naam 'LeesEvolutie' gekregen.