null Nieuw onderzoek: hoe kun je met leernetwerken studenten motiveren en hun welzijn bevorderen?

OW_NROonderzoeklearningnetworks_12768_head_large.jpg
Leren
Nieuw onderzoek: hoe kun je met leernetwerken studenten motiveren en hun welzijn bevorderen?
Wat zorgt ervoor dat studenten willen leren? Dit is de hamvraag voor iedere docent. Uit onderzoek weten we dat gemotiveerde studenten, die zich betrokken voelen bij hun studie, hun medestudenten en hun instelling, een grotere kans maken op studiesucces. En gemotiveerde studenten maken het werk van de docent ook simpelweg leuker. De Open Universiteit start samen met vier lerarenopleidingen basisonderwijs een onderzoek naar de rol van leernetwerken. Hoe kunnen die bijdragen aan de betrokkenheid tussen studenten onderling en tussen studenten en instelling? Hoe zet je zo’n netwerk dan het best op om het uiteindelijke doel, het verbeteren van het studentenwelzijn en het voorkomen van studievertraging en studie-uitval, te bereiken.

Druk om te presteren leidt tot minder studentenwelzijn

Ongeveer de helft van de Nederlandse studenten heeft te kampen met stress of depressie, vooral vanwege de druk om te presteren. Ze moeten meteen de juiste studie kiezen en er mag geen vertraging optreden (leenstelsel!). Daarnaast moeten ze aan hun sociale status werken (social media!) en buiten de studie actief zijn om kans te maken op de arbeidsmarkt. Ze ‘moeten’ alles tegelijk doen, wat kan leiden tot een gevoel van falen, het gevoel niet goed genoeg te zijn of tot angst om iets te missen. Uiteindelijk gaat dat ten koste van de studie wat het gevoel van incompetentie versterkt. Lerarenopleidingen basisonderwijs kampen door deze ontwikkelingen met studievertragingen en studie-uitval terwijl tegelijkertijd de vraag naar leerkrachten toeneemt. Studentenwelzijn staat bij deze opleidingen dan ook hoog op de agenda. 

Leernetwerken voor meer betrokkenheid en motivatie

Studenten geven aan dat ze met name in de laatste fase van hun opleiding weinig binding voelen met medestudenten en de onderwijsinstelling. Om daar iets aan te doen hebben vier pabo’s op verschillende plekken in het land - Doetinchem, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam - leernetwerken opgericht rond onderwerpen die relevant zijn voor (aanstaande) leerkrachten. Deze netwerken bestaan uit studenten, lerarenopleiders, leerkrachten en onderzoekers. De verwachting is dat deze nieuwe, kleinschalige onderwijssetting informeel leren en eigenaarschap stimuleert, waardoor studentbetrokkenheid en motivatie stijgen. En betrokkenheid en motivatie betekent een grotere kans op studiesucces.

Hoe ontwerp je succesvolle leernetwerken?

Maken de leernetwerken de verwachtingen waar? Dat gaat de Open Universiteit in samenwerking met de vier betrokken pabo’s de komende drie jaar onderzoeken. Wat zijn de randvoorwaarden en succesfactoren voor de participatie van studenten in die netwerken? Wat houdt nu precies de rol van de student in een dergelijk netwerk in? Hoe kunnen obstakels die studenten tegenkomen overwonnen worden? Hoe kunnen lerarenopleiders hun studenten adequaat voorbereiden op participatie in netwerken? Hoe beïnvloedt participatie in netwerken de betrokkenheid en motivatie van studenten? En hoe kunnen in meer algemene zin inzichten in studentbetrokkenheid, motivatie, eigenaarschap en informeel leren vertaald worden naar richtlijnen voor het ontwerpen van netwerkleren als succesvolle onderwijssetting?

Het driejarige onderzoeksproject Studentenwelzijn door betrokkenheid en netwerkleren in het pabocurriculum wordt gefinancierd door NRO, het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Welten-instituut van de Open Universiteit in samenwerking met vier lerarenopleidingen: Iselinge Hogeschool, Marnix Academie, iPabo en Thomas More Hogeschool.