Scriptie Gegevensbescherming en privacyrecht

Aan het eind van de master dien je een scriptie te schrijven over een aan de bescherming van persoonsgegevens gerelateerd onderwerp. In de scriptie geef je blijk van een gedegen kennis van een onderdeel van het recht en van het vermogen de stand van zaken begripsmatig te verhelderen en kritisch te beoordelen. Het scriptietraject heeft een variabel instroommoment.
Desalniettemin is er een duidelijke planning met tussentijdse deadlines en mijlpalen, afhankelijk van de startweek. Je wordt, afhankelijk van een voorlopig onderwerp/voorlopige onderzoeksvraag, ingedeeld bij een begeleider met expertise op dit specifieke subgebied van het gegevensbeschermingsrecht. De begeleider neemt contact met je op voor het maken van afspraken over de wijze en frequentie van begeleiding en de mogelijkheden om deelconcepten in te leveren en te bespreken.

Vervolgens werk je achtereenvolgens aan (1) de conceptonderzoeksvraag, (2) het conceptonderzoeksplan, (3) de conceptversie van de scriptie, (4) de definitieve versie en (5) de verdediging. Bij de eerste drie mijlpalen wordt individuele feedback door de begeleider gegeven, waarna steeds een herziene versie wordt ingeleverd. Het wordt dringend aangeraden om bij de onderwerpskeuze van de scriptie te kiezen uit een lijst onderwerpen die gebaseerd zijn op het lopende onderzoek van de sectie Gegevensbescherming en Privacyrecht en de andere inhoudsdeskundigen op andere deelterreinen van het recht. Dit om een optimale wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van de scriptie én een optimale inhoudelijke begeleiding van de scriptie te garanderen. Je mag ook zelf een onderwerp kiezen, op voorwaarde dat je de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van die keuze voldoende kunt motiveren en de faculteit over de expertise beschikt om dit onderwerp goed te kunnen begeleiden.

Leerdoelen
Na het volgen van deze cursus ben je in staat om:
- complexe maatschappelijke problemen of situaties op het gebied van bescherming van persoonsgegevens te kwalificeren als juridisch probleem en een oplossing daarvoor te formuleren,
- op basis van een literatuurstudie een onderzoekbare vraagstelling en deelvragen dan wel hypothesen te formuleren die ingebed zijn in de theorie(ën) en die aansluiten bij de huidige inzichten op het gebied van het gegevensbeschermings- en/of privacyrecht,
- een onderzoekstechnisch ontwerp voor het onderzoek te beschrijven, waarin achtereenvolgens wordt ingegaan op de probleemstelling, de theoretische inbedding daarvan, de te onderzoeken onderzoeksvraag en de daarbij horende deelvragen, de te hanteren methode voor het beantwoorden van deze vragen, de maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie van het onderzoek, en het plan van aanpak voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag,
- een onderzoeksplan te schrijven, waarin de eerder genomen beslissingen met betrekking tot het onderzoek uitgewerkt worden in een heldere inleiding, onderbouwd met literatuur, en een uitgebreide methodesectie, voorzien van een jurisprudentie- en literatuurlijst,
- gedurende langere tijd aan een onderzoekstaak te werken,
- in een onderzoeksveld systematisch gegevens te verzamelen,
- met geschikte methoden gegevens, literatuur en jurisprudentie te analyseren ter toetsing van hypothesen geopperd in de literatuur of door jezelf,
- de resultaten van de analyse te bediscussiëren,
- de resultaten van de analyse aan literatuur te koppelen en in een breder kader te plaatsen,
- eigen conclusies en meningen te formuleren aangaande de resultaten van de analyse,
- tekortkomingen van het onderzoek te formuleren,
- aanbevelingen te verbinden aan de onderzoeksresultaten,
- het onderzoek schriftelijk en mondeling te presenteren, en te verantwoorden.