Practicum privacy en gegevensbescherming

In de cursus wordt de in andere cursussen onderwezen theorie toegepast, met het doel inzicht te verkrijgen in de wijze waarop privacyprofessionals in de praktijk gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die het privacy- en gegevensbeschermingsrecht biedt. Aan de hand van realistische en zo mogelijk actuele praktijkcasus wordt ingegaan op verschillende processuele en inhoudelijke aspecten daarvan. Een casus kan bijvoorbeeld betrekking hebben op iemand die bepaalde, hem betreffende zoekresultaten wil verwijderen uit een internetzoekmachine (art. 17 AVG) of bezwaar maakt tegen de vastlegging van gegevens betreffende zijn betalingsmoraliteit door een financiële dienstverlener (art. 21 AVG). Ook kan een casus gaan over de mogelijkheden en onmogelijkheden om vergoeding te verkrijgen voor de materiële of immateriële schade die iemand heeft geleden als gevolg van een overtreding van de wetgeving. Vragen die aan de orde kunnen komen gaan over de afweging van de verschillende individuele en maatschappelijke belangen, over de bewijsposities van de betrokkenen en verwerkingsverantwoordelijken, over de bevoegde rechter en de termijnen (art. 34-35 UAVG), over vertegenwoordiging en identificatie van de betrokkene (art. 11 AVG), alsook over de aard van de te verwijderen gegevens en de relevantie of juistheid daarvan, de rol van de verzoeker in het openbare leven en in hoeverre verzoeker deze rol over zichzelf heeft afgeroepen, enz.

Leerdoelen
Als je deze cursus met succes hebt afgerond heb je een goed en gedegen inzicht in hoe privacy- en gegevensbeschermingsrecht in de praktijk wordt toegepast en wat dat betekent voor de onderscheiden rechtssubjecten en anderen, zoals betrokkenen, verwerkingsverantwoordelijken, verwerkers, alsmede rechters, toezichthouders en wet- en regelgevers (enz.). Op basis daarvan kun je je verplaatsen in de rechtsposities van deze rechtssubjecten en anderen, en de door hen gebruikte argumenten en tegenargumenten (re)produceren en duiden. Je bent in staat door zelfstandig onderzoek in rechtspraak, literatuur en andere bronnen argumenten te ontwikkelen en kan deze mondeling en schriftelijk uitdrukken. En je hebt begrip van de strategische keuzes die worden gemaakt om de door rechtssubjecten en/of anderen gewenste doelen te bereiken.