null Handhaving in het perspectief van het EVRM

Handhaving in het perspectief van het EVRM

  • Rechtswetenschappen
  • RB4202
  • 5 EC
  • Vanaf € 384


Inhoud

In de afgelopen decennia is de wijze van handhaving in het publieke domein drastisch gewijzigd. Er zijn nieuwe handhavingsmodaliteiten ontstaan (denk aan de bestuurlijke boete en de strafbeschikking) en mede daardoor is het onderscheid tussen de strafrechtelijke handhaving en bestuursrechtelijke handhaving vervaagd. De minor Handhaving in het publieke domein beoogt studenten een overzicht te bieden in de verschillende vormen van handhaving. Dat wordt gedaan vanuit een intern rechtsvergelijkend perspectief en vanuit het overkoepelende ‘EVRM-perspectief’. De cursus Handhaving in het perspectief van het EVRM maakt onderdeel uit van deze minor.

In deze cursus wordt hetgeen in de cursussen Opsporing en toezicht en Sanctieoplegging in het publieke domein aan de orde is geweest bezien van uit het perspectief van het EVRM. In deze cursus komen de volgende overkoepelende vragen aan de orde: Welke eisen stelt het EVRM aan de procedure tot oplegging van een bestuursrechtelijke sanctie? Welke eisen stelt het EVRM aan strafvervolging?
In deze cursus wordt gewerkt met casus met overkoepelende problemen die zich zowel bij bestuursrechtelijke handhaving als strafrechtelijke opsporing en vervolging voordoen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over (onrechtmatige) cumulatie van sancties (het ne bis in idem-beginsel) of bewijsvraagstukken in relatie tot de onschuldpresumptie en het nemo tenetur-beginsel. Denk aan vragen als: Kan een bestuursorgaan nog een bestuursrechtelijke sanctie opleggen op basis van feiten uit een proces-verbaal terwijl de burger in een strafrechtelijke procedure is vrijgesproken. Hierbij spelen onder andere de onschuldpresumptie, het ne bis in idem-beginsel en een aantal bewijsrechtelijke leerstukken een rol.

Leerdoelen
De student is na afronding van deze cursus in staat om:
- de verschillen tussen bestuurlijk toezicht en strafrechtelijke opsporing en de bijbehorende bevoegdheden en waarborgen uit te leggen (kennis en inzicht);
- de sancties die in het strafrechtelijke en het bestuursrechtelijke handhavingstraject kunnen worden opgelegd te beschrijven en te onderscheiden naar hun aard (kennis en inzicht);
- de handhavings- en sanctioneringstrajecten in het strafrecht en het bestuursrecht te beschrijven en de verschillen daar tussen aan te wijzen (kennis en inzicht);
- de opgedane kennis en het verworven inzicht toe te passen op een concrete casus; (toepassing van kennis en inzicht);
- de verschillen en overeenkomsten tussen rechtsgebieden te duiden vanuit verdragsrechtelijk (EVRM) perspectief (kennis en inzicht, toepassing van kennis en inzicht); en
- over de beide rechtsgebieden heen te kijken en op basis daarvan een advies op te stellen en te presenteren waarbij wordt onderzocht welk handhavingstraject in een concrete casus kan worden ingezet en welke verdragsrechtelijke waarborgen daarbij in acht moeten worden genomen (kennis en inzicht, toepassing van kennis en inzicht en communicatie).

Ingangseisen

Voor deze cursus kan pas ingeschreven worden wanneer inschrijving voor de cursussen Toezicht en opsporing en Handhaving in het publieke domein heeft plaatsgevonden.

Aanmelden

Aanmelden is mogelijk voor iedereen.

Toelichting aanmelden

Deze cursus start 28 april 2025. We adviseren om uiterlijk zondag 13 april 2025 hiervoor aan te melden zodat je tijdig het eventuele cursusmateriaal ontvangt, toegang hebt tot de leeromgeving en (indien van toepassing) ingedeeld kunt worden in een studiegroep. Bij aanmelding na 13 april 2025 kunnen we dit niet garanderen. Aanmelden is mogelijk tot en met 27 april 2025.

De cursus wordt per academisch jaar eenmaal aangeboden.
De cursus is onderdeel van de interne minor Handhaving in het publieke domein en kan tevens gevolgd worden als losse keuzecursus binnen de externe minor.

De cursus Handhaving in het perspectief van het EVRM is de laatste cursus binnen die minor. Daaraan voorafgaand dient u de cursussen Toezicht en opsporing en Sanctieoplegging in het publieke domein gevolgd te hebben.

Voorkennis

Kennis van het formele en materiële strafrecht op het niveau van de bachelor (de OU-cursussen Formeel strafrecht en Materieel strafrecht of daarmee vergelijkbare cursussen elders) en kennis van het bestuursrecht op bachelorniveau (de OU-cursussen Bestuursrecht I en II of daarmee vergelijkbare cursussen elders)

Begeleidingsvorm

Online bijeenkomsten in het derde kwartiel.

Tentamenvorm

Tentamenvorm is nog niet bekend.

Tentamentoelichting

De cursus wordt afgesloten met een bijzondere opdracht, waarin van je verwacht wordt dat je de tijdens de minor opgedane kennis kan toepassen op een (praktijk)casus en daarover zowel schriftelijk als mondeling rapporteert.
Onderdeel van deze opdracht kan zijn dat studenten in groepsverband ofwel een advies schrijven ofwel een mondelinge prestatie voorbereiden.

Cursusmateriaal

Het cursusmateriaal voor deze cursus bestaat uit:
- het tekstboek Bröring/De Graaf (red.), Bestuursrecht 1, Den Haag: Boom juridisch (laatste druk);
- de reader, die ten behoeve van deze cursus is samengesteld;
- de teksten en andere informatie die op cursussite zijn geplaatst;
- de op de cursussite vermelde rechtspraak en literatuur die niet in de reader is opgenomen, en
- hetgeen besproken wordt tijdens de virtuele klassen.

Digitale leeromgeving

Als student (na inschrijven) kun je via de cursussite in de digitale leeromgeving naar de discussiegroepen. Hier kun je met medestudenten en begeleider informatie uitwisselen en discussiëren over de leerstof.