Psychodiagnostiek in de klinische kinder- en jeugdpsychologie

In deze cursus maak je kennis met de diagnostische cyclus, verschillende diagnostische methoden en met een aantal veelgebruikte Nederlandstalige testinstrumenten.

De cursus bestaat uit een theoriegedeelte en een practicumgedeelte. In het theoriegedeelte bestudeer je literatuur over theoretische aspecten van psychodiagnostiek bij kinderen en jongeren. De theorie wordt toegepast in het practicumgedeelte. In dat deel leer je psychodiagnostische vaardigheden in te zetten door alle stappen van de diagnostische cyclus (De Bruyn e.a., 2003) uit te voeren met medestudenten. Dit proces start met het verhelderen van vragen en problemen van het kind of de jongere en diens systeem in een intakegesprek, waarna hypothesen geformuleerd worden over de problematiek en deze getoetst worden met diagnostische instrumenten. Ten slotte leer je de op deze wijze verzamelde resultaten op een verantwoorde wijze te interpreteren, te integreren en terug te koppelen aan de cliënt en diens systeem door middel van een schriftelijke rapportage conform de eisen van het NIP en de BAPD, en een gesprek. Hiermee vormt deze cursus een goede voorbereiding op een diagnostiekstage. In het practicum wordt ook aandacht besteed aan het reflecteren op de rol van psycholoog in de klinische kinder- en jeugdpsychologie en het belang van het bestuderen van het kind in diens context. Door de combinatie van theorie en praktijk ontwikkel jij je verder als scientist-practitioner.

Leerdoelen
Je kunt na het volgen van de cursus:
- de belangrijkste kwaliteitseisen, theorieën en controverses in de psychodiagnostiek benoemen en beschrijven
- de rol van psychodiagnostiek in de klinische setting met kinderen en jeugdigen benoemen en beschrijven
- de verschillende stappen en het nut en de beperkingen van de diagnostische cyclus en handelingsgerichte diagnostiek benoemen en beschrijven
- een diagnostische vraagstelling op het gebied van de klinische kinder- en jeugdpsychologie formuleren op basis van intake-informatie
- een vraagstelling operationaliseren middels het opstellen van dekkende hypothesen
- geschikte psychodiagnostische middelen (observatie, interview) en instrumenten (test, vragenlijsten) kiezen om de hypothesen te toetsen
- tests en vragenlijsten afnemen, scoren en interpreteren conform informatie uit de testhandleiding (meetpretentie, psychometrische kwaliteiten, normering en gebruikswijze)
- een integratief beeld formuleren op basis van de onderzoeksresultaten, dat aansluit op de vraagstelling en de hypothesen
- de testresultaten terugkoppelen naar de cliënt of het cliëntsysteem (zowel mondelinge als schriftelijke rapportage) en kritisch kunnen reflecteren op het eigen handelen hierin
- een diagnostische rapportage vervaardigen conform de eisen van de Basisaantekening Psychodiagnostiek
- met behulp van de NIP-beroepscode reflecteren op beroepsethische aspecten van psychodiagnostische activiteiten en interventies.

Meer informatie
Deze cursus maakt deel uit van het cursuspakket van de Open Universiteit voor het behalen van de Basisaantekening Psychodiagnostiek van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).