Steden_bouwen_op_het_water_head_large.jpg

Vijf vragen over steden bouwen op het water

Bouwen op het water kan in Nederland veel voordelen bieden: het creëert extra woonruimte, we hebben meer plek voor natuurgebieden en bij hoge rivierstanden houden we droge voeten. Toch hebben we nog altijd geen drijvende stad. We vragen Pernille van der Plank, hoogleraar Goederenrecht van de Open Universiteit, hoe dit precies zit.

1. Een stad bouwen op het water, waarom is dat nodig?

Voor een land als Nederland - met veel mensen, weinig ruimte en volop water - klinkt het ideaal: een drijvende stad. Grootschalig bouwen op het water kan inderdaad een oplossing zijn voor allerlei vraagstukken. De bevolking blijft groeien, maar we kunnen niet nog meer natuur opofferen om huizen te bouwen. Daarvoor komen we land tekort. Bovendien: nu de zeespiegel stijgt, is drijvend wonen een manier om mee te bewegen met het water.

'Bouwen op het water heeft de toekomst', benadrukt Van der Plank. Zij doet al jaren onderzoek naar de juridische kant van dit onderwerp. 'Ik ben ervan overtuigd dat we op veel grotere schaal op het water gaan wonen, simpelweg omdat dat veel voordelen heeft. De eerste stappen daartoe worden nu gezet.'

'Omdat je zo’n drijvende stad from scratch bouwt, kun je gemakkelijk allerlei nieuwe duurzame technieken inzetten', legt Van der Plank uit. 'Denk aan woningen waar je met regenwater de wc doorspoelt. Het is bijna niet te doen om zulke vernieuwingen op grote schaal toe te passen in bestaande dorpen en steden. De leidingen liggen er al, alles omgooien is erg ingrijpend. Maar bouw je een drijvende stad, dan begin je als het ware met een blanco canvas. Je kunt dus opnieuw bekijken hoe je een woonwijk praktisch, efficiënt en duurzaam inricht.'

2. Hoe ziet de drijvende stad van de toekomst eruit?

Voor de duidelijkheid: bij drijvende steden moet je volgens Van der Plank niet denken aan kunstmatige 'eilanden' die ver op zee liggen. 'Dat zou onhandig zijn. Want hoe zorg je dan voor een goede verbinding met ziekenhuizen, winkels en andere voorzieningen op het land? Het is niet de bedoeling dat drijvende steden afgezonderde gemeenschappen worden, of dat ze alleen bedoeld zijn voor de happy few. We zien juist voor ons dat ze een logische, natuurlijke verbinding hebben met bestaande steden en dorpen.'

Nederland heeft bijvoorbeeld veel binnenwateren die zich goed lenen voor bebouwing. De drijvende platforms kunnen overigens zó groot worden, dat je als bezoeker niet eens meer doorhebt dat je op het water zit. Waar we in elk geval voorzichtig mee moeten zijn, benadrukt de hoogleraar, is bouwen op land onder zeeniveau. Dat gebeurt nog steeds volop. Maar het is risicovol, als je kijkt naar de toekomst. Want de verwachting is dat we steeds vaker te maken krijgen met hoog water en overstromingen.

Wonen we in Nederland over honderd jaar alléén nog maar op het water? Dat ook weer niet, denkt Van der Plank. 'Drijvend wonen is niet de heilige graal of dé oplossing voor alle problemen. Maar het biedt wel goede kansen als we het meenemen in ruimtelijke plannen.'

3. Klinkt mooi, dus waarom hebben we in Nederland nog geen drijvende steden?

Technisch is een drijvende stad bouwen al mogelijk, stelt Van der Plank. Natuurlijk moeten we nog meer onderzoek doen: hoe maak je zo’n platform bijvoorbeeld stevig vast in de bodem, hoe zorg je ervoor dat de golfslag wordt tegengehouden als je op zee bouwt, en welke invloed heeft een drijvende stad precies op het ecosysteem? Maar dit zijn niet de grootste belemmeringen.'

Dat er nog geen drijvende steden - of zelfs maar woonwijken - worden gebouwd, ligt vooral aan de wet. Regels over het bouwen van woningen en kantoren gelden namelijk alleen voor gebouwen die op de grond staan. En een drijvend platform is juridisch gezien geen 'grond', legt Van der Plank uit. 'Sterker nog: het wordt gezien als een schip. Eén woonark op het water kennen we, de regels daarover zijn duidelijk. Maar zo gauw je meerdere gebouwen op hetzelfde platform wilt plaatsen, wordt het ingewikkeld.'

Want op een schip mag je nu eenmaal geen huizen bouwen, zegt de hoogleraar. 'Dat is een beetje een ingewikkeld verhaal, maar het is in strijd met allerlei regels en internationale verdragen. Mede daardoor is er geen bank die zo’n project zou financieren. Het wijkt gewoon té veel af van alles wat we kennen. Nieuwe initiatieven om op grotere schaal drijvend te bouwen ketsen telkens af op deze juridische barrières.'

4. Kunnen we niet gewoon de regels veranderen?

Uiteindelijk wel, maar dat is een ingewikkelde puzzel. Je moet namelijk tot in detail uitzoeken hoe een drijvende stad past binnen het bestaande rechtssysteem. Met andere woorden: hoe zorg je ervoor dat zo’n stad niet langer het label 'schip' krijgt - zonder dat daardoor allerlei bestaande regels overhoop worden gegooid?

Van der Plank: 'Je zou misschien zeggen: zorg gewoon dat de bouwregels ook voor schepen gelden. Maar zo simpel is het niet. Want je wilt natuurlijk niet dat die regels voor álle schepen gelden. Het is daarom nodig om nieuwe kaders te schetsen. Dat wil zeggen dat je voor elke regel afzonderlijk moet kijken hoe die rijmt met de nieuwe situatie.'

Nederland is trouwens niet het enige land dat tegen deze juridische barrières aanloopt. Vrijwel alle landen ter wereld worstelen met vergelijkbare issues, zegt Van der Plank. 'Op de Malediven, ten zuidwesten van India, wordt op dit moment de eerste drijvende stad ter wereld gebouwd. Dat het daar wél lukt, komt doordat de zeespiegel er heel snel stijgt. Het land loopt al onder en dat veroorzaakt grote problemen. Daardoor was de lokale overheid zeer bereid om snel de regelgeving aan te passen en de realisatie ervan mogelijk te maken.'

5. Wat kunnen we doen om het probleem op te lossen?

De eerste stap is: onderzoek doen. Dit voorjaar startte een grote studie, waarin de Open Universiteit samenwerkt in een consortium van verschillende universiteiten, hogescholen, overheden en bedrijven. Doel van dit onderzoek is om alle barrières in kaart te brengen die de drijvende stad nu nog in de weg staan - zowel de juridische als ecologische, technische en economische barrières.

Tien promovendi en twee postdocs werken aan het project, onder begeleiding van een team hoogleraren. Wetenschappers van allerlei disciplines zijn betrokken. 'Hopelijk weten we over vijf jaar precies wat er moet gebeuren om echt grootschalig drijvend bouwen mogelijk te maken', aldus Van der Plank.

De uitkomsten van het onderzoek zijn niet alleen interessant voor Nederland, maar kunnen naar verwachting ook andere landen helpen in hun zoektocht naar drijvend wonen. 'In Nederland lopen we aardig voorop als het gaat om bouwen op het water. Die drijvende stad op de Malediven is ontworpen door een Nederlands bedrijf. En hoewel de uitkomsten van ons onderzoek waarschijnlijk niet overal een-op-een toepasbaar zijn, verwacht ik zeker dat ook anderen straks kunnen profiteren van ons werk.'

Over Pernille van der Plank

Prof. dr. Pernille van der Plank is sinds 2023 hoogleraar Goederenrecht aan de Open Universiteit. Ze is ook voorzitter van de vakgroep Privaatrecht. Van der Plank was eerder tien jaar verbonden aan de Universiteit Utrecht. Ze promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, op een onderzoek naar hoe nieuwe vormen van bouwen zich verhouden tot eeuwenoude rechtsregels. Met dat thema houdt ze zich nog steeds bezig. Bouwen op het water valt hieronder, maar ze richt zich ook op andere kwesties. Zo onderzoekt ze onder meer welke juridische vraagstukken er in de toekomst zullen spelen bij duurzame vastgoedprojecten, en hoe we daarop nu al kunnen inspelen.

Lees meer artikelen

Tekst: Susanne Geuze
Illustraties: Caroline Cracco