NW_Duurzaamheid_head_large.jpg
NW-symposium 2014: lezingen
 

Lezing: De Gezonde Stad: hoe doe je dat?

Binnenkort leeft 80% van onze bevolking in steden. Wereldsteden zorgen voor 80% van de CO2 uitstoot, maar verdienen ook 80% van het BNP. In deze presentatie komen de uitdagingen en kansen van de stad voor wat betreft duurzaamheid en gezondheid aan de orde. Wat is een gezonde stad? Wat zijn relevante ontwikkelingen en wat is er nodig om een gezonde stad te bereiken? In hoeverre dragen ingrepen in de stedelijke leefomgeving (m.n. fysiek) bij aan de gezondheid en welbevinden van de stedelingen? Wat zijn succesfactoren en barrières bij de implementatie van deze maatregelen? Aan de hand van enkele onderzoeksprojecten zullen we deze vragen bespreken en nader ingaan op de rol van burgers, onderzoek en beleid bij stedelijke ontwikkeling.

Over de spreker:
Brigit Staatsen is senior-onderzoeker bij het Centrum voor Duurzaamheid, Milieu en Gezondheid van het RIVM. Momenteel werkt ze aan projecten op het gebied van Gezonde Verstedelijking en mobiliteit, het ontwikkelen van informatievoorzieningen richting beleid en burgers (Atlas Leefomgeving) en de verdere ontwikkeling van methodieken om gezondheidseffecten van milieu(maatregelen) te kunnen beoordelen en afwegen (Health Impact Assessment). Zij is coördinator van een internationaal project voor het Europees Milieu-Agentschap ( EEA) en was voorzitter van diverse EU- en WHO-werkgroepen op het gebied van milieu en gezondheid. Ze was betrokken bij het Europese en Nederlandse (beleids)Actieprogramma Milieu en Gezondheid.

Lezing: Bollenboos: gewasbestrijdingsmiddelen, gezondheidseffecten en omwonenden

De stichting Bollenboos is opgericht in reactie op de opkomende leliebollenteelt in Drenthe. Vanwege het intensieve gebruik van bestrijdingsmiddelen gaat die teelt gepaard met nogal wat bezwaarlijke zaken richting natuur, mens en milieu. Met name de gezondheidsrisico's die omwonenden lopen onder invloed van die teelt is een grote zorg. Bollenboos heeft zich ontwikkeld tot een landelijk aanspreekpunt voor bezorgde burgers. De aandacht van de stichting geldt al lang niet meer uitsluitend de lelieteelt, maar gaat uit naar de consequenties van bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw voor omwonenden van bespoten akkers. De zorg en kritiek van de stichting betreffen vooral het feit dat de bestrijdingsmiddelen -die in grote hoeveelheden en met hoge frequentie in de leefomgeving van mensen worden verspreid- niet getoetst zijn op de veiligheid van omwonenden. Omwonenden van percelen worden onwetend, onbeschermd en onvrijwillig blootgesteld aan bestrijdingsmiddelen. Dat gebeurt oa. via verdamping, druppeldrift en verspreiding van besmet stof. Het wonen in de buurt van bespoten akkers is een realiteit die op dit moment door toelatingscollege, toepasser noch overheid onder ogen wordt gezien. Bollenboos wil bijdragen aan een betere bewustwording en dringt aan op spoedige en ingrijpende verbeteringen in de regelgeving, zodat bestrijdingsmiddelen niet langer de veiligheid van het leefmilieu kunnen ondermijnen.

Over de spreker:
Rodina Fournell studeerde architectuurgeschiedenis en filosofie en woont in Diever (Drenthe) met man en vier jonge kinderen. Ze runt een adviesbureau op het gebied van cultuurhistorie, architectuur en ruimtelijke ordening. Vanuit persoonlijke ervaring met blootstelling aan bestrijdingsmiddelen is de betrokkenheid bij stichting Bollenboos ontstaan.

Lezing: Risico's, risicobeleving en risicocommunicatie

Branden met grote hoeveelheden chemische stoffen kunnen gemakkelijk leiden tot grote onrust bij burgers. Aan de basis van die onrust ligt de angst dat mensen worden blootgesteld aan stoffen die gezondheidseffecten kunnen veroorzaken. Deze zorg treft niet alleen de burgers, maar ook overheidsinstanties zoals gemeenten en de veiligheidsregio's. De risico's van een grote brand in een chemisch bedrijf worden vaak hoger ingeschat dan die van een brand in de vrije natuur. Maar hoe gevaarlijk is een brand voor de gezondheid? Welke verschillen bestaan er tussen verschillende typen brand, zoals industriële branden en woning- of natuurbranden? Wat betekent de eventuele aanwezigheid van kankerverwekkende stoffen voor de gezondheidsrisico's bij deze brand? Tot op welke afstand moet rekening gehouden worden met gezondheidseffecten? Wie behoren tot de risicogroepen? Waarom moeten ramen en deuren worden gesloten als er geen gevaarlijke stoffen zijn gemeten? Wat zeggen metingen van rook over gezondheidsrisico's? Wat nou als de beleving van burgers van risico's sterk afwijkt van de zienswijze van experts? Het lijkt duidelijk dat uitslaande vlammen en grote, zwarte rookwolken een gevaar betekenen voor de volksgezondheid. Wat moet de overheid het publiek dan vertellen?

Over de spreker:
Frans Greven studeerde WO-Milieuwetenschappen aan de Open Universiteit (1995). Hij volgde de postdoctorale opleiding toxicologie en is inmiddels geregistreerd toxicoloog (2004). In 2011 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift 'Respiratory effects of fire smoke exposure in firefighters and the general population'. Sinds 2001 werkt hij als medisch milieukundig adviseur bij de GGD-Groningen en als Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) voor Groningen, Friesland en Drenthe. Hij doet o.a. onderzoek naar de risicoperceptie, crisiscommunicatie en effecten van fijn stof afkomstig van vuurwerk.

Workshops

Workshop 1: Is fijn stof nog wel een serieus milieugezondheidsrisico? (Lily Fredrix en Raymond Niesink)
Nederland is momenteel een buitengewoon schoon land. De lucht- en watervervuiling is in de afgelopen eeuwen nog nooit zo laag geweest. Wel verschuiven de definities van wat milieuvervuiling is. Zwaveldioxide was ooit de grootste vervuiler en is vrijwel uit onze lucht verdwenen. Sommigen stellen dat wetenschappers daarom nieuwe problemen creëren, bijvoorbeeld om subsidies veilig te stellen. Eén daarvan zou fijn stof zijn, minuscule deeltjes die het vermogen hebben om diep in de longen door te dringen en daar hoest, astma en zelfs longkanker te veroorzaken. Dat is onmiskenbaar waar, maar wordt het fijnstofprobleem niet verschrikkelijk overdreven? Fijnstof is geen hedendaags probleem. We kunnen het pas sinds enkele decennia meten, maar ook voordat iets kan worden gemeten bestaat het. Al sinds mensenheugenis zit er fijn stof in de lucht en al sinds mensenheugenis is dat fijn stof niet goed voor de gezondheid. In deze workshop zetten we de feiten op een rijtje: Is fijn stof wel of niet het belangrijkste milieugezondheidsprobleem van onze tijd?

Workshop 2: Gezondheidseffecten van GSM-straling. (Frank van Belleghem en Ansje Löhr)
Onlangs waarschuwde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat gsm-straling kanker zou kunnen veroorzaken. Uit een studie van Interphone kwam naar voren dat je met een kwartier bellen per dag al het risico op een hersentumor verhoogt. Moet ons mobiele belgedrag drastisch veranderen of valt het allemaal wel mee?

Workshop 3: Gezondheidsproblemen door laagfrequent geluid (LFg)? (Ad Ragas en Marga Jacobs)
Lage frequentietonen planten zich goed en ver voort via de lucht, maar kunnen ook worden doorgegeven via de grond en materie. LFg kan worden veroorzaakt door apparatuur of installaties zoals compressoren, windmolens, zwaar vrachtverkeer. Naar schatting 2,5% van de bevolking is in staat LFg waar te nemen. Verschillende GGD-en hebben onder invloed van toenemende gezondheidsklachten als gevolg van (vermeend) laagfrequent geluid, aandacht besteed aan het fenomeen. Ondanks dat er nog maar weinig onderzoek is gedaan is duidelijk dat de impact ernstig van aard kan zijn op zowel lichamelijk, geestelijk, emotioneel, sociaal en maatschappelijk gebied. In de workshop wordt ingegaan op gezondheidsklachten door laagfrequent geluid en bediscussieerd of we hier van doen hebben met een serieus milieugezondheidskundig probleem dat meer aandacht verdient dan het nu krijgt.

Workshop 4: Hoe om te gaan met de mogelijk schadelijke effecten van nanodeeltjes? (Jan Lutgerink en Jikke van Wijnen)
De nanotechnologie is erg in beweging. De mogelijkheden ervan zijn ongekend. Synthetische nanodeeltjes worden in een groot aantal producten toegepast. Helaas is er nog weinig bekend over de risico's voor milieu en gezondheid. Betekent dat dat we, net als indertijd met asbest, met z'n allen op een tikkende tijdbom zitten? Hoeven we ons geen zorgen te maken en moeten we maar rustig afwachten, of dienen er door de overheid nu al drastische maatregelen genomen te worden?