null Motiverende leerkracht belangrijk om kinderen meer te laten bewegen

OW_KenniscafeSportLive_12129_head_large.jpg
Gezondheid
Motiverende leerkracht belangrijk om kinderen meer te laten bewegen
Jonge tieners bewegen te weinig en scholen proberen daar iets aan te doen. Een prima initiatief, en betrek vooral jonge tieners zelf én hun leerkrachten bij de invulling en aanpak. Ideeën en enthousiasme genoeg! Die aanbeveling komt uit een focusgroeponderzoek onder 10- tot 13-jarigen waarbij Renate de Groot, hoogleraar Biospychologie van Leren bij het Welten-instituut, betrokken is.

Op vier scholen in het primair onderwijs spraken de onderzoekers in negen focusgroepen met de leerlingen (32 meisjes en 20 jongens) over manieren om lichaamsbeweging op en rond school, naast reguliere gymlessen, te stimuleren (Lees ook het artikel). Renate de Groot: ‘Het gezondheidsadvies voor kinderen van die leeftijd is om per dag minimaal 60 minuten matig intensief te bewegen. Maar veel kinderen halen dat niet. Welke concrete ideeën om dit te verbeteren hebben ze zelf? Daar waren we benieuwd naar.’

Uitdagend schoolplein

De tieners uit groep 7 en 8 beseffen best dat bewegen gezond is. Ze doen veel suggesties, zoals ‘richt het schoolplein actiever in’, en ‘onderbreek de les voor korte pauzes met fysieke activiteiten’. Daarbij vinden ze afwisseling heel belangrijk. Ook opvallend: de leerkracht krijgt een belangrijke rol toebedeeld om hen te inspireren en uit te dagen. De Groot: ‘Ze willen wél de regie van de leerkracht hebben. Je kunt een schoolplein uitdagend inrichten, maar de kinderen hebben de onderwijzer nodig als inspirator en motivator.’ Vandaar het advies aan schoolbesturen om zowel kinderen als leerkrachten bij dit soort plannen te betrekken.
Er is ook nog een risico, zegt De Groot: ‘Het zou kunnen dat kinderen, als ze op school meer gaan bewegen, thuis juist meer gaan zitten.’ Dat is een mooie vraag voor een vervolgonderzoek, bijvoorbeeld met behulp van bewegingssensoren. ‘Dan kunnen we echt meten hoeveel ze de hele dag door bewegen.’

Smart Moves-project

In het vakgebied van Renate de Groot gaat het meestal over biologische factoren die het leren van kinderen en adolescenten beïnvloeden. Het focusgroeponderzoek was een puur kwalitatief deelonderzoek binnen het uitgebreidere Smart Moves-project, waarin de OU met onder meer de Vrije Universiteit Amsterdam samenwerkt. Ook in dit vierjarige NWO-project staat de relatie tussen lichamelijke activiteit en leerprestaties centraal.
Het gaat daarbij vooral om de mate waarin cognitieve functies op korte termijn verbeteren als gevolg van fysieke activiteit. Daar is nog steeds nauwelijks bewijs voor gevonden bij kinderen, zegt De Groot, ook niet in een grote vergelijkende literatuurstudie van bestaand onderzoek. ‘Er is een heel klein effect meetbaar op rekenvaardigheden, maar het is niet onomstotelijk bewezen.’

Phit2learn

Vanuit de OU zelf is zij onder de noemer Phit2learn samen met OU-docent Jérôme Gijselaers en promovendi druk bezig met eigen onderzoek onder mbo-leerlingen naar het effect van bewegen en staand onderwijs op leerprestaties. ‘Bij mbo’ers valt veel te winnen op het gebied van bewegen. We gaan onder andere bekijken wat het effect is van staand onderwijs.’ Resultaten worden in de loop van dit jaar verwacht.