null Mensen lijken rond 60 jaar psychologisch meest flexibel

PSY_Mensen_Zestig_Psychologisch_Flexibel_21127_head_large.jpg

Mensen lijken rond 60 jaar psychologisch meest flexibel

Het vermogen om flexibel om te gaan met situaties, gedachten en gevoelens en een waardevol leven te leiden, lijkt het sterkst voor personen rond de leeftijd van 60 jaar. Dat komt naar voren uit een onderzoek van Lena Slot, Jennifer Reijnders, Mayke Janssens, Marianne Simons, Johan Lataster en Nele Jacobs, die verbonden zijn aan de vakgroep Levenslooppsychologie aan de Open Universiteit.

Onderzoek

Een artikel over dit onderzoek met de titel Psychological Flexibility across the Lifespan in Dutch Adults is ingediend bij Journal of Happiness Studies. De levenslooppsychologen voerden hun onderzoek uit bij een groep van 1.770 Nederlanders in de leeftijd van 18 tot 92 jaar, redelijk goed verdeeld over de leeftijdsgroepen tot ongeveer 75 jaar. Wat gender en opleidingsniveau betreft, is dat niet helemaal zo. Aan het onderzoek deden relatief veel vrouwen en hoger opgeleiden mee, maar door de grote steekproefomvang zijn er wel uitspraken te doen voor de algemene bevolking.

Om psychologische flexibiliteit in kaart te brengen, hanteerden de onderzoekers onder meer de zes componenten van het zogenoemde hexaflex-model dat wordt gebruikt bij de Acceptance and Commitment Therapie (ACT). Deze vrij nieuwe derde-generatie cognitieve gedragstherapie heeft tot doel psychologische flexibiliteit te vergroten bij cliënten met behulp van de zes hexaflex-componenten acceptatie, defusie (afstand nemen van negatieve gedachten), contact met het huidige moment, zelf als context, waarden en toegewijd handelen.

Omgekeerde U-vormige verdeling

De resultaten van het onderzoek zijn in tabellen en grafieken weergegeven. De grafische weergave laat voor psychologische flexibiliteit een omgekeerde U-vormige verdeling over de leeftijd zien, met een geschatte piek rond de leeftijd van 59,44 jaar. Dit wijst erop dat mensen rond de 60 jaar waarschijnlijk het meest flexibel reageren op negatieve ervaringen op een manier die strookt met de persoonlijke waarden. Voor enkele componenten uit het hexaflex-model is er een gelijksoortige verdeling met pieken tussen de 60 en 63 jaar.

Psychologische flexibiliteit lijkt het laagst bij jonge mensen, en groeit gestaag met de leeftijd. Na de piek rond de 60 jaar neemt de flexibiliteit eerst langzaam af tot rond de 75 jaar, als die op hetzelfde peil is als bij 40-jarigen. Boven de 75 jaar lijkt de psychologische flexibiliteit snel achteruit te gaan, maar hierbij past het voorbehoud dat het aantal 75-plussers in de steekproef van dit onderzoek beperkt is.

Mogelijke verklaringen

In het artikel worden enkele mogelijke verklaringen genoemd voor de piek van psychologische flexibiliteit rond de 60 jaar. Ten eerste worden de stijgende niveaus van financiële tevredenheid, tevredenheid met materiële behoeften en tevredenheid met relaties genoemd als verklaring voor de stijgende levenstevredenheid. Ten tweede worden, naarmate mensen ouder worden, de verwachtingen verlaagd en aangepast aan levensdoelen en omstandigheden, wat resulteert in een beter aangepast leven en hogere niveaus van levenstevredenheid. Ten slotte zouden mensen in de jaren vóór hun pensionering een concretere verwachting kunnen ontwikkelen over hoe zij hun tijd waardevol kunnen besteden.

Demografische factoren

Wel moet worden vermeld dat de demografische factoren opleiding, werk en burgerlijke staat een significante rol spelen. Mensen scoren hoger op psychologische flexibiliteit als ze een hogere opleiding hebben gehad dan als ze lager zijn opgeleid, evenals mensen die een volledige baan hebben hoger scoren dan mensen met een deeltijdbaan en mensen zonder werk. In iets mindere mate geldt dat gehuwden en samenwonenden flexibeler zijn dan alleenstaanden, nooit-gehuwden, gescheiden mensen en weduwen/weduwnaars.

Lees het onderzoeksartikel in de preprint-versie.