null In de stemming voor het Europees Parlement

In de stemming voor het Europees Parlement

Webcolumn Rechtswetenschappen - door Jan Willem Sap - april 2014

Eens in de vijf jaar vinden de verkiezingen plaats van de leden van het Europees Parlement te Straatsburg. De achtste verkiezing wordt gehouden van 22 t/m 25 mei 2014. In principe behoort zo'n feestdag van de democratie uitgebreid te worden gevierd, bijvoorbeeld met taart. Echter het samen vieren van deze dag, met bijna 400 miljoen Unieburgers, wordt bemoeilijkt door het feit dat er in de Unie, ondanks het Werkingsverdrag, nog steeds geen uniform verkiezingssysteem bestaat (art. 223 lid 1 VWEU). Allerlei eigenheden van het nationale kiesrecht van de lidstaten (drempels, districten) zijn in stand gehouden. De stemming vindt niet in alle lidstaten op dezelfde dag plaats.

Toch is er alle reden om te gaan stemmen en het geschenk van het stemrecht uitgebreid te vieren. Er mag dan nog geen evenwichtige proportionele verdeling van de bevolking over de leden van het Europees Parlement zijn, het blijft heel bijzonder dat een statenverbond als de Europese Unie een rechtstreeks gekozen Parlement heeft dat met vertegenwoordigers uit 28 lidstaten in 24 talen opkomt voor democratie en mensenrechten. Waar 751 volksvertegenwoordigers uit verschillende volkeren met elkaar in gesprek blijven wordt er tenminste niet gevochten. Dat is heel wat waard.

Donderdag 22 mei 2014 wordt de eerste verkiezing van leden van het Europees Parlement onder jurisdictie van het Verdrag van Lissabon. Het Europees Parlement heeft niet de bevoegdheden van een nationaal parlement - de leden van het Europees Parlement hebben geen initiatiefrecht en in het Europees Parlement wordt niet de grondslag van een uitvoerende macht gesmeed door middel van een regeerakkoord - maar het Europees Parlement heeft sinds de inwerkingtreding van Lissabon op allerlei terreinen extra bevoegdheden gekregen: immigratie, justitie, landbouw en handel. Qua EU-wetgeving zit het Europees Parlement in het centrum van de macht. Het Europees Parlement is medewetgever (samen met de Raad), controle-instantie (gericht op de Europese Commissie) en budgethouder. De machtstoename van het Europees Parlement wordt ook geïllustreerd wanneer de voorzitter van de Commissie wordt gedwongen een kandidaat-commissaris terug te trekken.

Kritiek op het Europees Parlement is meestal wel terecht. Het Europees Parlement heeft onvoldoende grip op het extern optreden van de Unie. De wijze waarop de Europese Raad de bank- en schuldencrisis heeft aangepakt is grotendeels buiten het Europees Parlement om geregeld. Europarlementariërs staan vaak met de mond vol tanden als het gaat over Rusland, de Bankenunie of de gevolgen van harde bezuinigingen in armere lidstaten als Griekenland. Maar er zijn ook successen te melden die niet onder het vloerkleed moeten worden geveegd, zoals het Swift-akkoord, het akkoord over de doorgifte van passagiersgegeven aan de Verenigde Staten van Amerika.

en het vrijmaken van de weg voor een soort Europese economische regering. Dat het Europees Parlement steeds meer invloed heeft blijkt alleen al uit de maar liefst 25.000 lobbyisten die rondcirkelen in Straatsburg en Brussel. De zakenwereld, van binnen en buiten de Unie, probeert via Europarlementariërs en hun medewerkers de EU-wetgeving te beïnvloeden, ook NGO's zijn hierin actief.

Om te voorkomen dat Straatsburg en Brussel te makkelijk kunnen worden neergezet als lobbyparadijzen, dient het Europees Parlement zich meer te profileren als de vertegenwoordiging van alle Unieburgers. Europarlementariërs vinden het nu lastig om het werk van het Parlement als medewetgever zichtbaar te maken. Dat komt omdat er in de Unie vaak de noodzaak is van het zoeken naar compromissen in ‘geheime trilogen' tussen Commissie, Europees Parlement en Raad en in de bemiddelingscomité's bij de gewone wetgevingsprocedure. Het smeden van ingewikkelde compromissen in wetgevingstrajecten is moeilijker te verkopen aan de media dan een crisis waarin het steeds weer vijf voor twaalf is. Het Europees Parlement heeft last van de machtstoename van de Europese Raad sinds Lissabon. Die machtstoename heeft ertoe geleid dat de Europese Commissie van Barroso steeds meer is gedwongen de kant van de regeringsleiders en de ministers te kiezen. Met de grotere zichtbaarheid van de Europese Raad lijken de andere instellingen van de institutionele driehoek wat in de verdrukking te raken; de altijd zo hechte samenwerking tussen de supranationale Commissie en het Europees Parlement is losser geworden.

Wat gaan de verkiezingen opleveren? Hoewel de algehele verwachting is dat euro-sceptische partijen winst zullen gaan boeken, opereren de anti-buitenlanderspartijen te verdeeld om een machtsfactor te worden. De huidige invloed van de Europese volkspartij (christendemocraten), de sociaaldemocraten, de liberalen en de groenen zal niet echt worden aangetast. De blauwe, rode, gele en groene taartpunten liggen redelijk stabiel. Bij deze verkiezing is nog één bijzonderheid te noemen. Het Europees Parlement kiest de voorzitter van de Europese Commissie op basis van een voordracht van de Europese Raad die daarbij rekening houdt met de uitslag van de verkiezing van het Europees Parlement. Daarbij is het een uitstekende zet geweest dat de politieke fracties of partijen in het Europees Parlement inmiddels een soort lijstaanvoerder hebben gekozen, namelijk een kandidaat-Commissievoorzitter (Juncker, Schulz, Verhofstadt, Bové, Keller, Tsipras). Wie weet of deze extra mogelijkheid voor de burgers om invloed uit te oefenen in de Unie kan leiden tot een hoge opkomst. Dat zou een extra reden voor taart opleveren.

* Prof. dr. J.W. Sap is hoogleraar Europees recht aan de Open Universiteit te Heerlen en universitair hoofddocent Europees recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.



Meer webcolumns