null Democratie

RW_Webcolumn_HuubSpoormans_13757_head_large.jpg

Democratie

Webcolumn Rechtswetenschappen - door Huub Spoormans - maart 2015

Op woensdag 18 maart vonden verkiezingen plaats voor de besturen van de Waterschappen. Bij de oproep voor de verkiezing heeft de burgemeester van mijn woonplaats een brief toegevoegd. Hij schrijft dat het uitbrengen van mijn stem belangrijk is, omdat ik invloed uit kan oefenen op de wijze waarop het waterschap wordt bestuurd. Dat is, lijkt me, een goede, democratische zaak. Waterschappen zijn verantwoordelijk voor het waterbeheer. Zij zorgen voor de aanvoer en afvoer van water, het zuiveren van rioolwater en het onderhoud van waterkeringen zoals dijken en duinen. Dat zijn publieke taken en daarvoor mogen de waterschappen zelf belasting heffen. Door te stemmen kan ik meebeslissen over de besteding van het belastinggeld. Zoals het vroeger al heette: 'no taxation without representation'. Dat zijn mooie democratische rechten en verworvenheden.

Wat blijkt nou? Slechts 20 tot 25 procent van de burgers maken doorgaans van hun stemrecht voor de waterschappen gebruik. Van de mensen die wél een stem uitbrengen, zijn velen werkzaam in de landbouw of anderszins actief betrokken bij landschapsbeheer en milieu. Dat is begrijpelijk want voor die mensen staat er iets op het spel. Maar voor niet direct betrokkenen is natuurlijk de vraag: wat voor nut heeft die verkiezing, en vooral, wat doet het er toe? Wat maakt het uit óf ik ga stemmen? En als ik ga stemmen, wat maakt het dan uit of ik voor de ene of voor de andere kandidaat stem? Van de acht kandidatenlijsten zijn er vijf met de naam Waterbelang regio X of Waterbelang stad Y. De waterbelangen hebben onderling een lijstverbinding zodat er geen stemmen verloren gaan. Een pot nat. Begrijp me goed, het gaat ongetwijfeld om serieuze, bekwame en gemotiveerde mensen. Maar om te gaan stemmen moet ik als burger toch het gevoel hebben dat er iets te kiezen valt. Elke kiezer weet dat zijn of haar individuele stem het verschil niet maakt, maar kiezers willen graag het gevoel hebben dat zij bijdragen aan een goede zaak. We gaan stemmen omdat we ergens vóór zijn of tegen. En als het niet uitmaakt, zijn verkiezingen zinloos. We kunnen natuurlijk gaan stemmen omdat we stemmen niet alleen als een recht zien maar ook als een morele plicht. Dan kunnen we ook naar het stemhokje gaan en blanco stemmen.

Het punt dat ik wil maken is dat verkiezingen niet zonder belangentegenstellingen en conflicten kunnen. Teveel consensus of compromissen leiden tot desinteresse en dat is niet goed voor een democratie. In heel Europa daalt de opkomst voor lokale, regionale en Europese verkiezingen. Het lijkt wel of al deze verkiezingen verder 'verwaterschappen'. Ook bij landelijke verkiezingen daalt overal in Europa de opkomst, maar, o ironie, de populistische partijen hebben verkiezingen weer interessant gemaakt. Nu kunnen we gelukkig ergens vóór of ergens tegen stemmen.

Dit betoog leidt tot een ongemakkelijke conclusie. Moeten we hopen dat populistische partijen de volgende keer deelnemen aan de verkiezing van de besturen van de Waterschappen? Of moeten we maar geen afzonderlijke verkiezingen voor de waterschappen houden?

Huub Spoormans

Prof. dr. H.C.G. Spoormans is hoogleraar Metajuridica aan de Open Universiteit.

Heerlen, 17 maart 2015



Meer webcolumns