Van Utopia tot Vloedland: toekomstliteratuur in heden en verleden

In deze cursus staan creatieve toekomstverbeeldingen centraal. Je bestudeert zowel recente als historische literaire teksten en tekstfragmenten om te ontdekken hoe schrijvers de toekomst verbeelden en hoe zij, via die verbeelding, hun heden becommentariëren.

Rode lijn in de cursus zijn de contrasterende concepten utopie (een fictieve ideale samenleving) en dystopie (een slechte samenleving). Je verwerft kennis van de opkomst en ontwikkeling van deze genres in de westerse cultuur en ook van de bestudering daarvan in verschillende onderzoeksvelden, zoals utopian studies, ecokritiek en postkoloniale studies. Je leert begrippen en verschillende methoden kennen die relevant zijn voor de bestudering van toekomstverbeeldingen en past die vervolgens toe in een eigen onderzoek rond een thema naar keuze. De cultuurhistorische duiding van de onderzochte toekomstverbeelding speelt daarbij steeds een rol: Welke reflectie op de eigen tijd bieden de teksten (bijvoorbeeld op koloniale expansie, democratie, technologisering en klimaatverandering)? welke kritiek (of hoop) ligt besloten in de toekomstverbeelding?
Studenten werken toe naar een werkstuk waarin ze een themakeuze zelfstandig uitwerken. Hun (voorlopige) uitkomsten vormen de inbreng voor een uitwisseling tijdens de afsluitende bijeenkomst van de cursus.

Leerdoelen
Na afloop van deze cursus heb je:
Algemeen
- vaardigheid in het identificeren en analyseren van relevante bronnen,
- vaardigheid in het schrijven van een theoretisch ingekaderd wetenschappelijk werkstuk.
Specifiek
- kennis van en inzicht in het actuele (internationale) debat over utopie, dystopie en toekomstverbeeldingen,
- kennis van en inzicht in een aantal ontwikkelingen in het genre van de toekomstliteratuur,
- kennis van en inzicht in theorie, kernbegrippen en benaderingswijzen die relevant zijn bij het bestuderen van toekomstliteratuur,
- vaardigheid in de toepassing en uitwerking van relevante theorieën, begrippen en benaderingen in een eigen, zelfstandig onderzoek – met specifieke aandacht voor de stap van theorie naar methodologie.