Communicatie voor cultuurwetenschappers

Cultuurwetenschappers doen verslag van hun bevindingen op conferenties en symposia, in wetenschappelijke tijdschriften en monografieën, en binnen hun eigen onderwijs. Daarnaast proberen ze dikwijls een breder publiek te bereiken; en tegenwoordig trachten ze dat publiek ook steeds vaker actief te betrekken bij de cultuurwetenschappen.

De cursus Communicatie voor cultuurwetenschappers gaat over schrijven en spreken als cultuurwetenschapper. De cursus valt uiteen in twee delen: (1) workshops die op vaste momenten in het studiejaar worden aangeboden en (2) een variabel deel (Wetenschapscommunicatie voor cultuurwetenschappers) dat je het gehele jaar door kan volgen. Je neemt eerst deel aan de workshops – je kiest er drie van de volgende vier:
- workshop Diversiteit en inclusie over open science (0,5 EC), waarbij je samen met medestudenten een mondelinge presentatie verzorgt,
- workshop Digitale transities in cultuur erfgoed (0,5 EC), waarbij je lesmateriaal ontwikkelt over een onderwerp dat aansluit bij het themablok,
- workshop Stigma, gezondheid en cultuur (0,5 EC), waarbij je een audiovisuele presentatie (Prezi, Pecha Kucha of videopitch) verzorgt over de relatie tussen academische kennis en ervaringsdeskundigheid in het discours over een lichamelijke en/of geestelijke aandoening,
- workshop Techniek, media en cultuur (0,5 EC), waarbij je oefent met het schrijven van beleidsadviezen in de cultuursector.

In het onderdeel ‘Wetenschapscommunicatie voor cultuurwetenschappers’ (3,5 EC) gaat het over de verschillende manieren waarop cultuurwetenschappers met een breder publiek communiceren over hun kennis en hoe ze daarbij samenwerken met anderen. Aan de hand van concrete voorbeelden uit de cultuurwetenschappen gaan we in op verschillende perspectieven op wetenschapscommunicatie, zoals: inhoud en functies, actoren en activiteiten, en benaderingen en motieven van wetenschapscommunicatie. Dit onderdeel heeft, behalve een kenniscomponent, ook een belangrijke vaardigheidscomponent. Aan het einde van de cursus lees je enkele publicaties over populairwetenschappelijk schrijven en spreken (in de cultuurwetenschappen). Vervolgens werk je aan een populairwetenschappelijke mondelinge of schriftelijke presentatie over een cultuurwetenschappelijk onderwerp.