null Oefentoetsing werkt beter dan tafeltjes opdreunen, ook in de klas

OW_ComputationalThinking_12776_head_large.jpg

Oefentoetsing werkt beter dan tafeltjes opdreunen, ook in de klas

Basisschoolleerlingen die de tafels van vermenigvuldiging opdreunen: volgens onderzoek van de Open Universiteit kan dat effectiever. Kinderen blijken ze namelijk beter te onthouden met een andere methode. Voor het eerst is dat nu niet alleen in een laboratoriumsetting aangetoond, maar gewoon in de klas met hun eigen leraar.

Twee maal drie is zes, drie maal drie is negen... Wie kan ze niet dromen, de tafels van vermenigvuldiging? We hebben ze dan ook als kind vaak genoeg opgedreund. Leren door herhaling werkt, want het leidt tot betere rekenscores. Maar het is al langer bekend uit onderzoek dat een andere methode nóg beter werkt: oefentoetsing. Daarbij probeer je tijdens het leren het antwoord op te halen uit je geheugen. Kinderen leren er bijvoorbeeld ook beter door spellen.

Echte basisschoolomgeving

Maar de effecten van oefentoetsing op het vermenigvuldigen waren alleen nog bekend uit gecontroleerde proeven buiten het klaslokaal. Onderwijskundigen van de Open Universiteit hebben nu aangetoond dat het ook in een echte basisschoolomgeving beter werkt dan het klassieke opdreunen, zowel op de korte als op de langere termijn.

Oefentoetsen met flashcards

Om dat te onderzoeken voerden onderzoekers Fieke Ophuis-Cox, Leen Catrysse en Gino Camp hun onderzoek uit in de klas waar de deelnemende leerlingen normaal ook les kregen. Ze werden daarbij geïnstrueerd door hun eigen leraar. Eigenlijk een heel gewone les dus. Het grootste verschil was dat de leerlingen één tafeltje op de klassieke manier oefenden en een ander met oefentoetsing (een ander groep leerlingen deed dit in de omgekeerde volgorde, als controle). Het oefentoetsen werd gedaan met zogenaamde flashcards, met op de voorkant een som (bijvoorbeeld 2 x 3) en op de achterkant het antwoord. Bij het oefenen moesten de kinderen steeds proberen eerst het antwoord te bedenken voordat ze de kaart omdraaiden.

Beduidend beter blijven hangen

Uit een korte test vlak na de oefening en een week later bleek dat de leerlingen met beide methoden veel hadden geleerd. Maar het tafeltje dat ze hadden geoefend met de flashcards was beduidend beter blijven hangen. Ook bij de tweede test, een week later, was het verschil tussen de methoden nog ongeveer even groot. Of de flashcards ook zo goed werken voor andere rekenoefeningen is nog niet bekend.

Fieke Ophuis-Cox is promovendus bij de Open Universiteit en leerkracht PO.