null De blik van de meester - Kennis overbrengen met de ogen

OW_EyeTracking_11476_head_large.jpg
De blik van de meester - Kennis overbrengen met de ogen
Wie een taak wil uitleggen aan een beginner, bekijkt zijn werk met andere ogen. Letterlijk. Nieuw eye-trackingonderzoek laat non-verbaal gedrag zien dat een rol kan spelen bij instructie. Dat kan zorgen voor synchronie tussen leraar en leerling.

Experts die een vaardigheid willen overbrengen op een beginner, passen hun gedrag aan. Soms is dat duidelijk te merken, zoals in het taalgebruik. Ze gaan bijvoorbeeld langzamer praten, en gebruiken minder jargon. Maar hoe zit dat met impliciet, non-verbaal gedrag, zoals oogbewegingen? Die verraden veel over wat er in iemands hoofd omgaat.

Waar een trainer precies naar kijkt, kan met eye-tracking in een instructievideo worden weergegeven. Dat zou de kijker kunnen helpen om de aandacht op het juiste moment op de juiste informatie te richten. De visuele attentie van de leraar en leerling wordt dan gesynchroniseerd.

Trial and error

Een onderzoek van de Open Universiteit samen met andere kennisinstellingen in binnen- en buitenland keek naar de rol van oogbewegingen bij studenten in het hoger onderwijs die leren programmeren. Zowel ervaren programmeurs als de studenten deden een paar relatief eenvoudige debug-taken (oplossen van een fout in de code). Ondertussen werden hun oog- en muisbewegingen vastgelegd. Zoals verwacht bleken de twee groepen in hun kijk- en klikgedrag duidelijk van elkaar te verschillen. Zo werkten de beginnelingen meer op basis van trial and error, en probeerden de experts de code juist minder vaak uit. De ervaren programmeurs keken ook minder vaak heen en weer tussen de code en de output (vermoedelijk omdat de relatief eenvoudige taak hun werkgeheugen minder zwaar belastte). Hun ogen bleven ook minder lang op hetzelfde punt hangen (vermoedelijk omdat ze minder tijd nodig hadden voor het verwerken van de informatie).

Daarna deden de experts de taken nog eens, maar nu deden ze alsof ze aan een beginner moesten uitleggen wat ze deden. Die nieuwe doelstelling bleek duidelijk zichtbaar in hun non-verbale gedrag. De verandering betrof vooral de processen die iemand met veel ervaring normaal gesproken 'automatisch' doet, zonder er veel bij na te denken. Die leken ze nu bewuster en langzamer uit te voeren. Zo bleven hun ogen, net als bij beginners, langer op hetzelfde punt hangen, en keken ze vaker heen en weer tussen de code en de output.

Geavanceerde strategieën

Maar op sommige punten leek het non-verbale gedrag van de instructie-gevende experts juist mínder op dat van beginners. De experts probeerden de code bijvoorbeeld nog minder vaak uit dan ze normaal al deden. Ook gingen ze nog meer lineair te werk (van voren naar achteren in de code) dan ze deden als ze geen instructie hoefden te geven. De onderzoekers denken dat dit meer geavanceerde strategieën zijn, die de experts extra benadrukken voor didactische doeleinden. Of leerlingen daar ook inderdaad meer van opsteken is nog niet bekend.

Het artikel werd in september gepubliceerd in Cognitive Science.